SV | Zo riep Jozua gans Israel, hun oudsten, en hun hoofden, en hun richters, en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik ben oud geworden, [en] wel bedaagd; |
WLC | וַיִּקְרָ֤א יְהֹושֻׁ֙עַ֙ לְכָל־יִשְׂרָאֵ֔ל לִזְקֵנָיו֙ וּלְרָאשָׁ֔יו וּלְשֹׁפְטָ֖יו וּלְשֹֽׁטְרָ֑יו וַיֹּ֣אמֶר אֲלֵהֶ֔ם אֲנִ֣י זָקַ֔נְתִּי בָּ֖אתִי בַּיָּמִֽים׃ |
Trans. | wayyiqərā’ yəhwōšu‘a ləḵāl-yiśərā’ēl lizəqēnāyw ûlərā’šāyw ûləšōfəṭāyw ûləšōṭərāyw wayyō’mer ’ălēhem ’ănî zāqanətî bā’ṯî bayyāmîm: |
Zo riep Jozua gans Israel, hun oudsten, en hun hoofden, en hun richters, en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik ben oud geworden, [en] wel bedaagd;
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
Zo riep Jozua gans Israël, hun oudsten, en hun hoofden, en hun richters, en hun ambtlieden, en hij zeide tot hen: Ik ben oud geworden, [en] wel bedaagd;
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!